>> Homepage    >> Mijn fietsreizen    >> Overzicht beklommen cols    >> Hoogteprofielen Midden-Nederland   


Marmotte 2007 - voorbereiding, weekje Alpen en de tocht zelf

(Klik op de foto's voor een vergroting!)
Reageren? Stuur me een E-mail!

Na jaren met toerfiets en volle bepakking door de cols te hebben gefietst wil ik dit jaar eens wat anders. Het is tijd voor een echte uitdaging op de racefiets. Omdat het inmiddels alweer 5 jaar geleden is dat ik op Alpe d'Huez ben geweest valt de keus op de Marmotte.

In januari heb ik me opgegeven voor de 'Marmotte Traditioneel' van Cycletours. Tijdens deze 9-daagse groepsreis wordt ter voorbereiding een aantal pittige etappes in de Franse Alpen afgelegd. Onder andere de prachtige Cormet de Roseland, de Madeleine en de Glandon staan op het programma. Na twee rustdagen volgt dan op 7 juli het hoofdgerecht.

Meteen naar het verslag van de Marmotte!

kaartje route



De Voorbereiding

Natuurlijk is het niet alleen het doel dat telt. De weg ernaar toe is minstens zo interessant. Naast vele 'gewone' fietstochtjes (die voornamelijk over de heuvels van de Veluwezoom voeren, regelmatig +500 hm), doe ik ook een aantal bekende toertochten. Zo worden in April de Ronde van Vlaanderen (140 km) en de Amstel Gold Race (150 km) gereden. In Vlaanderen maak ik kennis met de kasseien. Niet mijn ding merk ik al snel, maar toch een geweldige ervaring om in dat wielergekke land in de rondte te rijden. De Amstel staat garant voor flink wat klimwerk. In Zuid-Limburg zijn de klimmetjes wat minder steil, maar stukken langer dan in Vlaanderen. Bovendien zijn het er veel meer. Omdat ik geen ervaring met de racefiets in de bergen heb, trekken we begin mei voor een week naar de Vogezen (klik hier voor een verslag). Weer thuis ga ik wat meer langere tochten maken, waaronder een retourtje Wageningen - Xanten (Duitsland). Eind juni, een week voor vertrek naar de Alpen, staat de Jan Janssen Classic (voor mij een thuiswedstrijd) op het programma, waarvan het zwaartepunt op de Posbank ligt. Voor het eerst rijd ik een 200 km versie van een toertocht. De organsiatie telt maar liefst 46 klimmetjes. Een paar dagen later de laatste testcase: met collega's van het KNMI wordt een toertocht in de Ardennen verreden. De Stockeu, de Wanne en Les Hezalles zijn de gemeenste puisten. Het klimmen gaat lekker, de 165 km en de 2700 hoogtemeters zijn mooi meegenomen. Ter indicatie: voor vertrek naar Frankrijk heb ik 3200 km in de benen.



Jantine op de Muur van Geraardsbergen (Ronde van Vlaanderen)


Cols

In de tekst worden beklimmingen cursief weergegeven. In het col-overzicht zijn wat statistieken over de verschillende bergen opgenomen.


Dagoverzicht

Dag 1: Thorens-Glières v.v. (Fleuries 2x / Mont Saxonnex / Colombière)
Dag 2: Thorens-Glières - Seez (Glières / Aravis / Saisies / Cormet de Roselend)
Dag 3: Seez - La Chambre (Madeleine)
Dag 4: Oz-Station v.v. (Lac de Besson (via Alpe d'Huez)/ Oz-Station)
Dag 5: Rustdag
Dag 6: Oz-Station - Alpe d'Huez (La Marmotte 2007)
Dag 7: Oz-Station v.v. (La Bérarde / Oz-Station)
108 km
130 km
84 km
70 km
0 km
195 km
104 km
2452 hm
3655 hm
1903 hm
2113 hm
0 hm
4848 hm
1730 hm

Reisverslag

Dag 1: ThorensGliéres v.v.
> Hoogteprofiel

Regen, regen, regen… De hele ochtend stroom het met bakken uit de hemel. Als we tegen tienen na een lange busreis in Thorens arriveren ziet het er niet naar uit dat het snel droog zal worden. In het hotel schuiven we gelaten aan voor het ontbijt. Met de eerste stokbroodjes met jam achter de kiezen begint het afwachten. Twaalf uur vertrekken voor de rondrit over de Colombière, is de dappere afspraak. De goden zijn ons goed gezind: tegen de afgesproken tijd wordt het droog. Snel omkleden, fiets klaarmaken en wegwezen voordat het opnieuw begint te regenen. Nog maar amper op de fiets doemt de eerste helling op, de Côte des Fleuries. Deze klim van 5 km aan 5% blijkt een lekker opwarmertje voor de spieren. Samen met Joost, achteraf onze snelste man, fiets ik rustig naar de top. Na de afdaling en een volgend klimmetje arriveren we in Bonneville. We slaan rechtsaf en wagen ons op de drukke N205.


Top Mont Saxonnex


Als we de snelweg overgestoken zijn, staan we al snel aan de voet van de Mont-Saxonnex. Dit is andere koek: zeker twee keer zo steil als de Fleuries! Van relaxed fietsen is geen sprake meer. Met de tong op de tenen probeer ik bij Maarten, mijn kamergenoot deze week, in het wiel te blijven. Ondertussen is de zon doorgebroken. Mistflarden hangen boven de dampende weg. Bezweet arriveren we op de top. Na een korte pauze volgt de even steile afdaling. M’n nieuwe remblokjes doorstaan glansrijk de test. Beneden gaat het rechtsaf. Meteen gaat het weer omhoog: de klim naar de Col de la Colombière is begonnen, nog 15 km naar de top.


Ik probeer de col rustig op te fietsen. De eerste helft van de klim gaat dat goed. Halverwege zit een rustmoment: een aantal kilometers wordt het minder steil. Bij de Colombière zit het venijn in de staart. Naar de top toe wordt het steeds steiler. De laatste twee kilometers zijn moordend, zeker met de vermoeiende busreis nog in de benen. Met moeite houd ik de snelheid op 9 km/uur. Vlak voor de col staat het busje van Cycletours. Uithijgen, jackje aan – het is behoorlijk koud op deze hoogte – en eten.


Op de Côte des Fleuries

Beneden in het dal begint het te regenen. Met een man of 5 wachten we in een tunnel de bui af. Als we na enige tijd besluiten toch maar de regen te trotseren, blijkt dat Teun een lekke band heeft opgelopen door de scherpe steentjes langs de kant van de weg. Als de band vervangen is, schijnt de zon. Door de prachtige Gorge des Eveaux loopt de weg langzaam af. We schrikken als in een wijde bocht een tegemoet komende auto uit de bocht vliegt en hard de betonnen vangrail ramt. Als blijkt dat de bestuurder ongedeerd is, fietsen we verder. Dit grapje had slechter kunnen aflopen. Via de andere kant van de Côte des Fleuries gaat het terug naar Thorens-Glières. Na een heerlijke douche en een uitgebreide maaltijd, zit de eerste dag van deze vakantie erop.





Col des Gliéres



Dag 2: Thorens-Gliéres - Seez
>
Hoogteprofiel

Tot onze opluchting ziet het weer er bij het opstaan niet slecht uit. Na het ontbijt en het inpakken van de tassen vertrekken we met de hele groep richting Seez. Over 4 cols gaat het vandaag, dus rustig beginnen is de boodschap. Op de eerste kilometers van de steile Col des Gliéres (6km 8 à 10%) splitst de groep zich al snel in kleinere groepjes. Echt rustig omhoog fietsen gaat hier niet, daar is het te steil voor. Toch proberen we wat op reserve te rijden. Na een korte afdaling klimt de weg over een plateau wat minder steil omhoog. Op de col nemen we een behoorlijke pauze. Een kleine 2 kilometers over een onverhard pad volgen. Het is een wonder dat niemand lek rijdt op de scherpe steentjes. Weer op het asfalt gaat het steil omlaag. Het is genieten op dit smalle wegje met z’n vele bochten. Dalen is leuk!

Lunchstop op de COl des Saisies


En groupe gaat het vervolgens richting Col des Aravis. Op de drukke weg voor La Clusaz hangt de irritante geur van uitlaatgassen. Na dit dorp wordt de weg smaller en minder druk. Het is niet echt steil en de klim loopt verder lekker. Vlak voor de top verschijnen in de verte hoge besneeuwde bergen: het massief van de Mont Blanc. Op de top sla ik bij de bevoorrading van Cycletours nieuwe repen in. Een snelle afdaling brengt ons in Flumet, waar meteen de klim naar de Col des Saisies begint. Samen met Kevin – we zijn ontsnapt in de afdaling – rijd ik rustig omhoog. Het is iets steiler dan op de Aravis (onregelmatiger vooral), maar nog steeds goed te doen. Af en toe stoppen we even om wat te eten en om een jackje aan of uit te doen als het weer begint te regenen of juist droog wordt. Boven op de col waait het hard. Af en toe regent het. Onder de luifel van de Cycletoursbus gaat warme soep er goed in. Ook broodjes camambert doen het goed ter afwisseling van zoete repen en bananen.


Met een man of 6 duiken we de afdaling in. Op een gegeven moment rijden we verkeerd (sorry, mijn fout...) en negeren een borje ‘route barree’, waardoor we plotseling het smalle wegje versperd zien door een instorting. Met de fietsen klimmen we over het puin heen. Zonder verdere bijzonderheden komen we beneden in het dal aan. Meteen gaat het weer omhoog voor de uitsmijter van de dag, 20 km klimmen naar de Cormet de Roselend. Vanaf Beaufort is het nog 1200 meter hoogteverschil naar de top. Al snel begint het te druppelen. Tot aan het hotel in Seez zal het niet ophouden met regenen. Ik geef wat meer gas en rijd de col verder alleen op. Met al dik 90 km en 3 cols in de benen gaat het niet makkelijk meer. Kou en regen maken het er ook niet beter op. Ruwweg om de 200 hoogtemeters mag ik van mezelf stoppen voor een reep en een slok water. Na 12 kilometer klimmen passeer ik de Col de Méraillet. De afdaling naar het stuwmeer van de Roselend is koud en nat. Geen zin om een jackje aan te trekken. Ondanks de regen is het uitzicht over het blauwe meer prachtig. Het is nu nog 6 kilometer klimmen naar de top. Verkleumd arriveer ik op de top.


Als ik een foto gemaakt heb en twee regenjackjes heb aangeschoten, duik ik met een andere Peter (er zijn er 3 in totaal!), die vlak na mij op de top verscheen, de afdaling in. Heerlijk, met 50 per uur door de stromende regen op bijna 2000 meter hoogte... Als verzopen katten en steenkoud arriveren we bij het hotel in Seez.



Dag 3: Seez - La Chambre (Oz-Station)
>
Hoogteprofiel

De dag van gister heeft erin gehakt. ’s Ochtends heb ik nog steeds zulke zware benen dat ik met moeite de trap naar onze kamer op de derde verdieping opkom. Gelukkig is het droog. Hoewel..., tijdens het copieuze ontbijt begint het alweer te regenen. Als het buitje overgetrokken is wagen we ons naar buiten. De eerste 40 kilometer gaat het vals-plat naar beneden door het dal van de Isère. Gelukkig hoeven we maar de helft van deze afstand over de drukke N90 af te leggen: tot aan Aime pakken we een rustiger parallelweg. Droog blijft het niet en eenmaal op de grote weg krijgen we ook nog te maken met spatwater van het voorbij razende verkeer. Het lawaai in een bijna 2 km lange tunnel is ontzettend, maar het is er tenminste droog en warm.


Voorbij La Léchère slaan we linksaf naar de Col de la Madeleine: in 26 km klimmen wordt bijna 1600 hoogteverschil overbrugd. De eerste bochtjes zijn vrij steil. Met gister nog in de benen besluit ik rustig omhoog te fietsen. De eerste kilometers ben ik bezig een gat op Ricardo te dichten, die 100 meter voor me rijdt. Samen fietsen we vervolgens verder omhoog, mopperend op de regen die nu onafgebroken op ons neervalt. Intussen worden we ingehaald door Maarten. Hij vermaakt zich prima met dit weer en rijdt na een kort praatje van ons weg.

Sneeuw op de Madeleine


Drie kilometer veder wordt de weg vlakker. Af en toe gaat het zelfs licht naar beneden. Voorbij Cellier staat Onno met het Cycletours-busje. Hij heeft een hut geconfisqueerd, waarin we ons warmen aan hete thee. Na een aantal kopjes besluit ik maar verder te gaan. Andere groepsleden houden het hier al voor gezien. Het steilste gedeelte van de klim volgt vrijwel direct na de rustpauze, niet ideaal. Als het wat vlakker wordt, gaat de regen over in natte sneeuw! Dit is gekkenwerk, denk ik. Omkeren en de rit in de bus van Cycletours uitrijden? Het speelt door mij hoofd, maar ik bedenk me dat ik altijd nog op de top kan wachten tot de bus voorbij komt. Intussen wordt ik bijgehaald door Fre. Even voor de top wordt het dan eindelijk droog. Ondanks de kou geniet ik nu van de beklimming door het besneeuwde landschap.

Boven op de ...


Op de top zitten Meindert en Maarten zich op te warmen in het restaurant. Omdat het nu droog is kiezen Fre en ik ervoor om na een paar foto’s meteen aan de afdaling te beginnen. Door de sneeuwprut dalen we voorzichtig af. Volkomen verkleumd arriveren we 20 km verder in La Chambre, waar Gea en Matthijs staan met de lunch. Met een warme kop soep in de handen neem ik rillend plaats op de voorbank van het busje. Langzaam druppelen de andere leden van de groep binnen, allemaal even koud. Eigenlijk staat de Glandon nog op het programma, maar de meeste besluiten het hier voor gezien te houden. Er wordt besloten een taxi te regelen, om iedereen naar het hotel in Oz te brengen. Ongeveer 5 dappere mannen leggen de hele afstand per fiets af. Aangekomen bij het stuwmeer van Allemont wacht ze een onaangename verrassing: om het hotel te bereiken moet nog zo’n 600 meter geklommen worden. Hulde aan de bikkels die deze helletocht hebben volbracht!






Stuwmeer van Allemont



Dag 4: Oz-Station v.v.
>
Hoogteprofiel

Vanaf vandaag is het opladen voor de Marmotte. In het programma zijn hiervoor twee rustdagen opgenomen. De dag begint met uitslapen. Na het ontbijt kom ik de ochtend door met een boek en nog wat op bed te liggen. Het weer is eindelijk omgeslagen. Het is warmer en de zon schijnt volop. Na de lunch stap ik op de fiets om Alpe d’Huez alvast te verkennen. Voorbij het felblauwe stuwmeer van Allemont sla ik linksaf, de klim naar Villard-Reculas in. Uiteindelijk zal deze weg me tot iets onder Alpe d’Huez brengen. Heerlijk is het om weer eens in de zon te fietsen! Tot Villard-Reculas is de weg breed en vooral in het begin stijgt het af en toe behoorlijk.

Uitzicht 'achterkant' Alpe d'Huez op Bourg


Op een gegeven moment zie ik diep beneden mij Bourg-d’Oisans liggen, waar de ‘echte’ klim naar de Alpe begint. Na de smalle straatjes van Villard, is het gedaan met de brede weg. Over een smal wegje langs de rotsen gaat het verder. Het uitzicht op het dal van de Romanche en de met sneeuw bedekte pieken van La Meije is schitterend! In Huez is het gedaan met de rust. Ik stuit op de grote weg naar Alpe d’Huez. Nog 5 van de 21 bochten scheiden me van het ski-oord / wielerparadijs. Op de berg is het druk met fietsers. Iedereen is aan het trainen en verkennen voor de Marmotte. Ook in Alpe d’Huez is het een drukte van jewelste. Ik verlaat het dorp aan de achterkant en klim verder naar de Col de Poutran.

Lac Besson (2090m)


Meteen is het weer heerlijk rustig. Voorbij de col, die ik ongemerkt passeer, kom ik langs het skilift-station naar Oz-Station. In de diepte kan ik onze chalets zien liggen. Na een klein afdalinkje klimt de weg verder naar het Lac Besson, dat op 2090 meter ligt. Bij dit idyllische meertje neem ik een korte pauze. Helaas maakt een dikke touringcar met 10 auto’s erachter een snelle afdaling naar Bourg d’Oisans onmogelijk. Terug richting Oz gaat het gas erop, want het is al behoorlijk laat. De stuwdam wordt in rap tempo beklommen, dan volgt de brug waarna de klim naar Oz-Station begint. De benen voelen goed en ik besluit er vol tegenaan te gaan. Na een aantal steile stukken vlakt het wat af en kom ik in een lekker ritme. Na 40 minuten ben ik boven, net op tijd voor het eten. Lekker gefietst vandaag! Generale repetitie geslaagd...



Dag 5: Rustdag Oz-Station

Stralend weer bij het ontbijt. Gevuld met stokbroodjes en muesli pak ik mijn boek en maak het me in de zon gemakkelijk. Peter Winnens verhalen over zijn overwinningen op Alpe d’Huez en de Joux-Plane inspireren. Zowel voor als na de lunch ga ik nog een uurtje op bed liggen. Lekker uitrusten vandaag, geen gefiets. Ondertussen wordt er nog wat aan de fiets gepoetst. Niet te veel, alleen de ketting en de derailleur. ’s Avonds bij het diner wordt er flink gestapeld. Gea en Mathijs hebben weer een geweldige maaltijd samengesteld. Met volle maag wordt al vroeg het bed opgezocht. Morgen moet het gebeuren...



Dag 6: Oz-Station - Alpe d'Huez: LA MARMOTTE
>
Hoogteprofiel

Kwart voor 5 gaat de wekker. Buiten is het nog donker. Le Jour J is daar. Na het ontbijt dalen we met de groep het dal in. De resterende 12 vlakke kilometers naar de start in Bourg d’Oisans worden rustig afgelegd. In het dorp is het even zoeken naar het juiste startvak. 20 minuten voor 7 staan we op onze plek en is het wachten tot de start. Het is een mooi gezicht, een hele straat vol wielrenners. Even na zevenen schuifelen we langzaam naar voren. Een orkest van klikkende pedalen. Om 7:10 passeer ik de startmat. Meteen schiet het tempo er goed in. Voor ik er erg in heb zijn we al bij de afslag naar de Glandon. Al snel hebben we de eerste hoogtemeters te pakken. Langs het stuwmeer is het even vlak, de spreekwoordelijke stilte voor de storm.

Bijna boven op de Glandon


Op het steile eerste deel van de klim zit ik nog wat onwennig. Rijen dik kruipt de grote groep over de weg, snelheid rond de 10 km/uur. Ik rijd aardig door, maar op reserve. Sommigen hijgen nu al of de finish een kilometer verder ligt. Bij Rivier d’Allemont vlakt het af. Ik trek door en haal hier Maarten en Jack in. Zij hebben de hele week voor me gereden, dus ik verwacht ze later wel weer voorbij te zien komen. Ik eet de eerste banaan en energiereep. Eten op de momenten dat het kan, heb ik mezelf voorgenomen. De haarspeldjes naar beneden (bij de instorting) worden beheerst genomen. Meteen terug naar de kleinste versnelling, 30x27, voor het steilste gedeelte van de klim, een kilometer aan 11%. Als het tweede stuwmeer in zicht komt, zit het ergste erop. Na wat bochten omhoog wordt het bijna vlak en er volgt zelfs een behoorlijke afdaling. Weer flink gas geven. In de verte is de col al te zien, nog 3 km volgens een bord aan de kant. Ik besluit redelijk vol gas te geven, in de afdaling kan ik wel weer uitrusten, is de gedachte. Snelheid zo rond de 11-12 per uur. Op de col fiets ik meteen door. Jackje niet nodig, besluit ik, en water heb ik ook nog. Passage op de top na 1:55. Hè, ik zit op het schema voor goud, bedenk ik me! Ik hecht er weinig waarde aan: de Alp is nog ver. Maar dat het lekker gaat is zeker!


In de afdaling haal ik heel wat mensen in zonder dat het gevaarlijk wordt (in mijn ogen dan). Vooraf gingen de ergste verhalen rond over deze afdaling, die zeer gevaarlijk zou zijn. Het valt me erg mee. Misschien het goede weer? Of komt het door de mensen van de organisatie, die bij elke beetje linke bocht tot kalmte manen? In Ste Etienne de Cuines liggen een paar irritante drempels, zeker met 50 km/uur geen pretje. In het dal meteen weer eten. Het ellendige stuk naar de voet van de Télégraphe is begonnen. Ik zit in een groepje van een man of 6, veel te klein natuurlijk. In de verte rijdt een grote groep weg, helaas. We pikken wat eenlingen op, een paar doen kopwerk. Ik toon mijn goede wil door een paar minuten vooraan te rijden, waarna ik me laat afzakken tot de achterste plek ik de groep. Dan worden we ingehaald door een grotere groep. Van voren rijdt een groepje weg, maar ik blijf lekker zitten. St Michel de Maurienne komt snel dichterbij. Het valt me mee, dit stuk vals-plat omhoog. Hard gaat het niet, maar ik heb geen zin me hier te forceren.


Verkeersregelaars houden auto’s tegen, zodat wij ongestoord aan de klim naar de Télégraphe kunnen beginnen. Goed geregeld weer! Meteen gaat het fors omhoog. De eerste kilometers zijn het steilst. Het peloton is al behoorlijk uiteengerukt hier. Het wegdek is goed, de klim loopt lekker. Bijna boven is er rechts een prachtig uitzicht op de vallei van de Maurienne beneden. Na precies 4 uur fietsen ben ik op de top. De Télégraphe kostte net iets minder dan 1 uur. De afdaling naar Valloire gaat in sneltreinvaart. Beneden staan Onno en Matthijs met het busje van Cycletours. Snel prop ik een banaan, wat repen, vijgen en chips naar binnen. Intussen vult Matthijs m’n bidons. Na amper 5 minuten pauze zit ik weer op de fiets, op weg naar de Galibier.

1km voor de Galibier


Bij het verlaten van Valloire gaat het meteen even flink omhoog. 15 km au sommet, meldt een bordje aan de kant. Bedankt. Een irritant stuk volgt nu: door de weiden is de weg kilometers vooruit te zien. Het lijkt niet echt omhoog te gaan, maar schijn bedriegt. Inmiddels is de temperatuur ook behoorlijk opgelopen. Het duurt lang voordat de haarspeldbocht bij Plan Lachet verschijnt. Vanaf hier is het nog 8 km tot de top. De soepelheid is er inmiddels vanaf en op reserve rijden gaat niet meer. Is hier ook niet meer nodig. Met de hoogte neemt de temperatuur wat af, dat scheelt alweer! Het landschap is schitterend, maar vandaag heb ik er niet echt oog voor. Dan zie ik in de verte de pas liggen, flink hoog nog. Overal wielrenners, zowel richting col als ver terug het dal al. Een mooi gezicht. De laatste kilometer is het steilst. Bij 8 km/uur houdt het wel op. Snel is anders. Langs de kant van de weg restanten van de sneeuw van afgelopen week. Dan de top, 2646 meter, het dak van de Marmotte en een drukte van belang. 5:47 na de start ben ik boven. Nog steeds op een schema voor goud! Zou het dan toch mogelijk zijn? Vooraf had ik er wel rekening mee gehouden – tussen de 8 en de 10 uur heb ik tegen iemand op de heenreis gezegd – maar in de loop van deze week heb ik het idee laten varen. Goud? Geen schijn van kans.


Ik zet meteen de afdaling in: jackje niet nodig en nog eten en drinken genoeg. Al snel ben ik op de Lautaret, waar het rechtsaf gaat de N91 op. Nog steeds gaat het vrij steil omlaag. De kwaliteit van het wegdek valt me tegen. Ik laat een groepje gaan, zij gaan mij hier te snel. Gevolg is dat nu een heel eind alleen moet fietsen. Gelukkig blijft het flink dalen, zodat ik niet teveel tijd verlies. Op een gegeven moment mis ik een bidon, die zal eruit gestuiterd zijn. Er volgen een aantal donkere tunnels, waarna al vrij snel het stuwmeer onderaan Les Deux-Alpes opdoemt. Een groepje heeft me bijgehaald en gezamenlijk fietsen we verder. Op een tussentijds klimmetje gaat het niet meer zo hard als ik zou willen. Dan volgt het laatste stukje dalen. Bij Les Clapier wordt het vlak. Over een kaarsrechte weg gaat het nu naar Bourg d’Oisans. De Alp werpt zijn schaduw vooruit: ik doe het rustig aan en eet zoveel mogelijk. Bij de rotonde rechtsaf is een bevoorradingspost van de organisatie. Ik vul snel mijn overgebleven bidon en ga op weg naar Alpe d’Huez.

Afzien op de Alpe...


Nog 1:30 heb ik over voor goud. Ik besef dat ik een grote kans heb om inderdaad binnen de 8:29 te finishen, want 8 km/uur dat moet nog wel lukken. Stiekem vier ik al een klein feestje, misschien wat voorbarig, maar vooruit! De eerste 2 km tot La Garde zijn het zwaarst. Hier wil ik mezelf niet over de kop rijden. Ondanks de enorme hitte kom ik dit stuk goed door. Twee keer krijg ik van mensen aan de kant een bekertje water aangereikt. Heerlijk! Bocht na bocht klim ik verder omhoog. Gelukkig hoef ik niet van de fiets. Als het wat minder steil wordt begin ik te winnen op mijn schema van 8km/uur. Het gaat lukken! Aan de kant inmiddels regelmatig mensen die in de schaduw zitten bij te komen of zich afkoelen bij de watervalletjes die van de bergwand stromen. Als een zombie duw ik de trappers naar beneden. Nog 4 km, nog 3... Na de laatste bocht zie ik de weg boven me afvlakken. Even aanzetten, een stukje vlak, nog kort omhoog, een bocht. Na een rotonde nog 50 meter en dan onder de finishboog door. Eindtijd 8:16, het goud is binnen!


Een paar honderd meter verderop stap ik bij de Cycletours bus moeizaam van mijn fiets. Gea en Wim (de masseur) wachten ons hier op. Een viertal snelle jongens is al meer dan een half uur binnen. Felicitaties. Na wat drinken haal ik mijn diploma op. Langzaam druppelen de volgende groepsgenoten binnen. Rond half 5 vertrekken we met de eersten richting kabelbaan, die ons vlakbij de chalets in Oz-Station weer afzet.



Dag 7: Oz-Station v.v.
>
Hoogteprofiel

Na een prima nachtrust zitten we om 9 uur weer aan het ontbijt. Het goede weer van de afgelopen dagen is verdwenen. Het is grijs en af en toe miezert het wat. Het vertrek naar Nederland staat gepland voor 9 uur ’s avonds. De meesten raken de fiets niet aan vandaag, maar nu ik hier toch ben wil ik er optimaal gebruik van maken ook. Vandaag wil ik de klim naar La Bérarde doen. Dit dorpje ligt aan het eind van een doodlopende weg, die diep het massief van La Meije ingaat.


2e Steile stuk La B&@232rarde


Na een rustige aanloop verlaat ik bij Les Clapier de doorgaande weg. Op de eerste hellende stroken heb ik binnen een mum van tijd een enorme wolk vliegen om me heen. Ze zijn niet irritant zolang je je er niet aan ergert. Ik passeer het fietshotel ‘Au Bon Acceuil’, waar de fietsbus die ons komende nacht naar nederland zal brengen al klaar staat. Als de weg naar links buigt verrijzen in de verte hoge besneeuwde bergen. Na het oversteken van een riviertje, volgt het eerste van twee steile stukken. Het is dik 2 km 10%. Ik hang echt de toerist uit vandaag en stop regelmatig voor een slok water of een foto.


Weg naar La Bèrarde


Bij een stuwmeer wordt het even vlak, waarna al snel de tweede hoofdmoot van de beklimming volgt. Met een aantal leuke haarspeldbochten kronkelt de weg tegen de rotswand omhoog. Tot voorbij het dorpje St Christophe blijft het steil. Dan vlakt de weg af, het dal wordt smaller. Het gaat nu een aantal kilometer lichtjes naar beneden. Het laatste stuk naar La Bérarde moet er weer geklommen worden, zij het niet erg steil. Het dorpje zelf stelt niets voor, het is meer een uitvalsbasis voor mooie wandelingen in het gebergte. Bij het eind van de weg eet ik de meegebrachte lunch op, waarna ik dezelfde weg terug afdaal.


Net als ik me opmaak voor de afsluitende klim naar Oz-Station begint het te regenen. Gelukkig kan ik bij de stuwdam van Allemont schuilen onder een paar bomen. Het is een flinke bui die overtrekt. Ik eet nog een banaan en werk een gelletje naar binnen. Als het bijna droog is stap ik op de fiets, van plan de klim naar Oz rustig op te fietsen. Helaas lukt dat niet helemaal. Opgejaagd door enkele onweersklappen en dreigende regen geef ik nog een keertje gas. Boven ben ik nog net op tijd voor de ontknoping in de eerste etappe van de Tour. Beneden in het dorp bestellen we pizza’s, waar we drie kwartier op moeten wachten. Als die eenmaal achter de kiezen zijn, is het tassen inpakken en wachten op de bus. Ook deze zeer geslaagde vakantie zit er weer op.