>> Homepage    >> Mijn fietsreizen    >> Overzicht beklommen cols    >> Hoogteprofielen Midden-Nederland   


Fietsen in de Jura

(Klik op de foto's voor een vergroting!)
Reageren? Stuur me een E-mail!


Voor alle vakantiedrukte uit fietsen we ruim een week door de Zwitserse Jura. Met een fietskar aan de trekhaak zijn echte Alpenreuzen te hoog gegrepen. Bovendien moet je een stuiterende peuter zulke lange en saaie beklimmingen niet aan willen doen. Met zijn langgerekte dalen en af en toe een forse klim is de Jura een prima alternatief. Dagelijks leggen we zo'n 40 km af. Meestal komen we rond de klok van vijf op de camping aan waar een van ons de tent opzet. De ander verkent met Casper de lokale speelgelegenheden. Vroeger viel het ons nooit zo op, maar elke camping blijkt een of meer glijbanen te hebben...

Le Chasseral


Cols

In de tekst worden beklimmingen cursief weergegeven. De rode bergjes verwijzen naar het hellingprofiel en wat statistieken van de betreffende klim. Zie het col-overzicht voor informatie over al mijn beklommen cols.


Dagoverzicht

Dag 1: Les Breuleux - Le Locle
Dag 2: Le Locle - Les Clus
Dag 3: Les Clus - Vollorbe
Dag 4: Vallorbe - Le Vaud
Dag 5: Le Vaud - Orbe
Dag 6: Orbe - Erlach
Dag 7: Erlach - Les Breuleux
45 km
54 km
42 km
49 km
53 km
72 km
48 km
744 hm
1056 hm
704 hm
957 hm
601 hm
356 hm
1742 hm


Reisverslag



Dag 1: Les Breuleux - Le Locle | 45 km, 744 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

Ons startpunt is camping van Les Breuleux op een kleine 800 km rijden van Midden Nederland. Het dorp ligt op 80 km ten zuidwesten van Basel, middenop de uitgestrekte hoogvlakte van de Franches-Montagnes. Na de lange autorit van gister waren we behoorlijk uitgeblust. De onverwacht goede nachtrust doet echter wonderen en na een lekker ontbijt draaien we aan het eind van de ochtend onze volgepakte fietsen de Zwitserse wegen op. De auto mogen we zonder extra kosten op de prima camping laten staan.

Mont Soleil


In Les Breuleux pikken we de bordjes van de nationale fietsroute nummer 7 op. De komende dagen zullen we een groot deel van deze Juraroute fietsen. Na een half uurtje rustig infietsen door een rustiek Heidi landschap slaan we linksaf. We verlaten het dal en beginnen aan de eerste hindernis van de vakantie. Met stukken tot ver boven de 10% is de Mont-Soleil meteen een mooie test om te kijken hoe de benen ervoor staan. Na een rustig begin wordt het zodra de weg in het bos komt flink steil. In wandeltempo zwoegen we tegen de helling omhoog. Mentaal is het even omschakelen van de lichtgewicht racefiets naar de volbepakte toerfiets plus fietskar, maar het principe is hetzelfde: gewoon lekker klimmen in de bergen. Het kleinste verzet van 22/34 blijkt voldoende om ook deze berg te bedwingen. Even voorbij de windmolens op de top nemen we een eerste lange rustpauze. Aan de overkant van het dal liggen de TV masten van de Chasseral al op ons te wachten. De beklimming van deze berg is van de buitencategorie en staat voor de laatste dag van de vakantie op de planning.


Over weggetjes die niet op onze Michelin kaart staan, leidt de Juraroute ons vlak langs de kam van de bergrug. Bij La Cibourg steken we een drukke doorgaande weg over. We fietsen door het gebied van de Tête de Moine. Deze kaas, sedert 1192, is een van de bekendste streekproducten. La-Chaux-de-Fonds, de derde stad van Frans Zwisterland, is een enorme chaos. Gelukkig schampen we slechts de rand. Snel duiken we weer een rustig dal in. De weg loopt gelijdelijk omhoog, waardoor we maar langzaam vorderen. Omdat we inmiddels echt aan de lunch toe zijn, duiken we bij gebrek aan een leuke lunchplek maar een pasgemaaid weiland in. De lucht ziet er dreigend uit, maar gelukkig blijft het droog.


Na een dik uur eten en spelen stappen we weer op de fiets voor het laatste stuk van de dag. Het is niet ver meer naar de top van klim. Door de Combe Girard, een prachtige kloof, dalen we in sneltreinvaart af naar Le Locle. Terwijl Jantine en Casper boodschappen doen, pas ik in de uitlaatgassen op de fietsen. De camping ligt helemaal boven in de stad. Voordat we de tent kunnen opzetten, moet er dus eerst nog even flink geklommen worden.









Dag 2: Le Locle - Les Clus | 54 km, 1056 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

We beginnen waar we gister mee geëindigd zijn: klimmen! Na drie kilometer passeren we een colletje. De afdaling brengt ons in een dal wat rondom door bergruggen omsloten is. Daardoor kan het water niet goed weg en blijft de bodem erg vochtig. Middenin het dal stroomt een klein riviertje, koeien begrazen de weiden. De routebordjes leiden ons ook vandaag weer over heerlijk rustige en zo goed als vlakke achterafwegen. In de verte wenken ruige kalkmassieven die langzaam dichterbij komen. Weer hebben we moeite om een goede pauzeplek te vinden. De eisen daarvoor zijn toch wat hoger dan vorig jaar in de Auvergne. Toen was Casper nog geen jaar oud en had hij genoeg aan zijn kleed en wat speeltjes. Nu moet er plek genoeg zijn om te kunnen rennen en liefst moet er een klein speeltuintje zijn.


Aan het einde van het langgerekte dal moeten we even klimmen, waarna we de steile afdaling naar Travers induiken. Casper heeft er wel lol in! Na de ruime lunchpauze vervolgen we onze weg over het fietspad langs de rivier de Areuse. Rustig peddelend arriveren we in Fleurier, waar het tijd is voor de boodschappen.

Voorbij La Robella


Met een taartje achter de kiezen maken we ons op voor de finale. Om bij de camping van Les Clus te komen, moeten we een hoge bergkam oversteken. Alleen hebben we geen idee hoe lang de klim is en hoog de col. De beboste berghelling ligt er imponerend bij. Ik krijg een soort Mortirolo gevoel en dat stelt me niet gerust. Inderdaad gaat het vanuit Buttes meteen steil omhoog. Bordjes wijzen naar de skiliften van La Robella. Het blijkt dat je daarboven steps kunt huren om de berg mee af te dalen. Die komen ons dan ook regelmatig tegemoet geraced. Intussen zitten wij zwaar af te zien op de stroken die soms richting 20% gaan. Als we eindelijk uit het bos komen, is het niet ver meer naar La Robella. Daar aangekomen wordt ons echter duidelijk dat het nog lang niet afgelopen is met klimmen. Gelukkig wordt het wel wat minder steil. Af en toe zitten er zelfs vlakke stukken in. Een aantal keer denken we dat we boven zijn, maar steeds duikt er na de bocht weer een volgende helling op. Het landschap met zijn vergezichten, bergweiden en stukken bos is fantastisch, maar op dit moment hebben we daar even wat minder oog voor. Als we uiteindelijk toch de top van La Bullatonne bereiken, is de afdaling naar de prima camping van Les Clus een formaliteit.



Dag 3: Les Clus - Vallorbe | 42 km, 704 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

Over het balkon van de Jura fietsen we de volgende morgen naar Sainte-Croix. De langgerekte meren van Neuchâtel en Genève liggen in de diepte. Na de boodschappen in het drukke stadje klimmen we via een lange rechte weg naar de Col des Etroits. Bij het speeltuintje van Auberson, vlak voor de Franse grens, houden we een ruime pauze. Casper maakt vriendjes met een Zwitsers jongetje. Vooral de glijbaan is in trek.

Col de l'Aiguillon


Over een afgelegen bosweg bedwingen we de Col de l'Aiguillon . Echt steil wordt het nergens, het is een heerlijke klim. Onderlangs de ruige loodrechte wanden van de Aiguilles de Baulmes, populair bij rotsklimmers, fietsen we voor even over een hoogvlakte. Aan onze rechterhand ligt Le Suchet, een bergtop waar we een paar jaar geleden nog eens naartoe gewandeld zijn. Al snel dient de lange en steile afdaling naar Baulmes zich aan. Bijna beneden, komt ons een stel op een tandem met een fietskar tegemoet. We zijn niet vies van een klimmetje, maar nu zijn we toch blij dat wij de 6 km aan 10% met de zwaartekracht mee rijden!



Beneden aangekomen, fietsen we vlak langs de voet van de bergkam verder. Een heel stuk voert de Juraroute ons over een brede ongeasfalteerde bosweg. Bij een verlaten blokhut nemen we ruim de tijd voor de lunch. De weg begint inmiddels langzaam weer te stijgen. Eenmaal uit het bos gaat het over een wat drukkere weg richting Ballaigues. We fietsen parallel aan de snelweg en de spoorlijn, die zich hier door het smalle dal van Orbe heen persen. Via achterafweggetjes komen we in Vallorbe, waar we op de stadscamping de tent opzetten.








Dag 4: Vallorbe - Le Vaux | 49 km, 957 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

Al voor half negen hebben we alle spullen op de fiets geladen en draaien we het campingterrein af. Voor de middag wordt er langdurige regen verwacht. Net als voor de dag van morgen trouwens, geen prettig vooruitzicht. Trots op onszelf dat we zo vroeg alweer op pad zijn, beginnen we aan de klim naar het Lac de Joux, een bergmeer dicht tegen de Franse grens. We laten de drukke provinciale weg voor wat hij is en kiezen voor de oude bosweg richting L'Igrec . Weer zitten er hele stroken zonder asfalt bij. Met een fietskar is dat niet echt geweldig. Steil is het ook af en toe! We schrikken als halverwege de klim de eerste druppels vallen. Het zou toch pas 's middags gaan regenen? Gelukkig valt het mee en na flink afzien houden we aan de oever van het meer een eerste lange pauze.

Lac de Joux


Als Casper uitgespeeld is in de speeltuin, fietsen we langs het meer verder naar het zuidwesten. Het hooggelegen Vallee de Joux heeft geen bovengrondse afvloeiing. Het water sijpelt weg in de ondergrond en komt pas beneden in de kalkgrotten van Vollorbe weer tevoorschijn. Op een klimmetje krijgen we plotseling een enorme bui op ons dak. We komen langs een camping en twijfelen even of we er al mee zullen ophouden voor vandaag. We besluiten door te fietsen, wat achteraf een uitstekende keuze blijkt. In een vochtig Le Chenit doen Jantine en Casper boodschappen, waarna het niet ver meer is naar de tweede grote klim van vandaag.

Combes des Amburnex


Voorbij Le Brassus slaan we linksaf richting de Col de Marchairuz. De mooie bergweg kronkelt met tegen de 10% door de bergweiden omhoog het dal uit. De stenen muurtjes in het landschap doen Engels aan. Aan onze linkerhand verdwijnt het Lac de Joux in de diepte. Net voordat de laatste stijgende strook naar de Marchairuz begint, verruilen we na een korte afdaling de hoofdweg voor het verlaten Combes des Amburnex . Dit is een van de vele zuidwest-noordoost georienteerde dalen in de Jura. De zachte ondergrond is uitstekend geschikt als weidegrond. De dalen worden gescheiden door beboste bergkammen. Na een kleine 10 km door het prachtige dal buigt de smalle weg naar links en beginnen we aan de afdaling naar Bassins. Er volgen een aantal mooie doorkijkjes op het Meer van Genève, waar we hemelsbreed maar 10 km van verwijderd zijn. Al om half vier komen we ruim voor het regenfront aan op de camping van Le Vaud. Een bijzondere camping, want we schijnen de eerste trekkers in jaren te zijn. Voor maar liefst 37 CHF mogen we een nachtje blijven staan. Niet lang nadat we 's avonds de tent induiken, begint het eindelijk te regenen.



Dag 5: Le Vaud - Orbe | 53 km, 601 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

De hele nacht tikt de regen op de tent. 's Ochtends hangen de wolken laag tegen de berghelling aan en miezert het nog flink door. Pas tegen elf uur wordt het droog. Gelukkig maar, want onze peuter is inmiddels wel klaar met in de tent spelen. Als we de zeiknatte tent ingepakt hebben, verlaten we de camping voor een dag fietsen langs de rand van het Juragebergte. Door het nevelige landschap klimmen we naar Longirod, waar een sportfeest voor de jeugd voor heel wat drukte zorgt. Dankzij een lange afdaling zoeven de kilometers in rap tempo onder onze wielen door. Voorbij een rivieroversteek is het gedaan met de pret en begint de weg weer te stijgen. Een dikke 50 m hoger fietsen we Bière binnen. Op de stoep van de plaatselijke kerk nemen we ruim de tijd voor de lunch.


Vandaag hebben we de nationale fietsroute 7, de Juraroute, vaarwel gezegd. In plaats daarvan volgen we nu de regionale route 50, de Jurasüdfuss Route. Over golvende wegen fietsen we door een open landschap naar het noordoosten. Links van ons liggen de bergen van de Jura, rechts van ons het Meer van Genève met in de verte Alpentoppen. Bij gebrek aan serieuze beklimmingen schiet het lekker op vandaag. Pas voorbij Moiry gaat het weer wat langer omhoog. Als we de klim door het bos bedwongen hebben, dalen we af naar Romainmôtier. Het leuke speeltuintje is de perfecte plek voor een tweede lange pauze. Weer op de fiets, rijden we recht op Le Suchet af, de kale bergtop waar we twee dagen geleden ook vlak langs kwamen. Het laatste stuk naar de oude stad Orbe gaat meest naar beneden. Op de leuke camping zetten we niet veel later de tent op. Na het diner zijn we nog net op tijd om het Nederlands elftal te zien winnen van Mexico op het WK voetbal in Brazilië.







Yverdon-les-Bains



Dag 6: Orbe - Erlach | 72 km, 356 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

Net buiten de stad zijn een aantal prachtige Romeinse mozaïekvloeren te zien. Ze maakten deel uit van een herenboerderij uit het jaar 170. Cultuurbarbaren als we zijn, laten we de oudheden links liggen. Ter compensatie maken we een foto van het 13e eeuwse kasteel van Champvent. Na een paar laatste heuvels, komen we in een volkomen vlak landbouwgebied. Hollands aandoende sloten en kanaaltjes zorgen voor de bewatering. We spotten, venkel, bosui, rode kool, erwten, sla en spruiten. Een half uurtje later staan we aan de oever van het Meer van Neuchâtel. Met een slapende Casper in de fietskar hebben dan de drukte van het mooie centrum van Yverdon-les-Bains getrotseerd.


De rest van de dag fietsen we langs de zuidkant van het Meer van Neuchâtel. Het gebied waar we doorfietsen, het Grande Cariçaie, is voor een groot deel beschermd natuurgebied. Er leven duizenden planten- en diersoorten. Moerassen, veengebieden, loofbossen en beboste hellingen wisselen elkaar af. Wij volgen vanaf Yverdon fietsroute 5 van het uitgebreide Zwitserse netwerk. Ook deze route vermijdt de hoofdwegen en voert ons regelmatig over de mooiste achterafweggetjes. Bijna alles is geasfalteerd, af en toe zit er een stuk schelpenpad tussen. Hoewel we ons nooit ver van het meer bevinden, zijn door de weelderige begroeiing doorkijkjes over het water schaars. In Yvonand is het feest voor Casper. Hij geniet van het boodschappen doen, het druiven eten en het met een ander kindje in de speeltuin spelen.

Bielersee


Bij het middeleeuwse stadje Estavayer-le-Lac raken we even de route kwijt. Via een alternatieve weg beklimmen we de rotswand waarop de oude binnenstad gebouwd is. Op hoogte vervolgen we onze weg langs het meer. Aan de overkant zien we de stad Neuchâtel liggen. In de verte komt de Chasseral langzaam dichterbij. Met ontzag kijken we naar de masten op de top van deze buitencategorieberg, die voor morgen op het programma staat. Terwijl Casper zich in het speeltuintje van Portalban ongezien vermaakt met chocoladekoekjes, hebben wij een leuk gesprek met een vitale vrouw van in de zestig. Met haar man heeft ze mooie fietstochten gemaakt door Nederland en Groot-Brittannië. Afwisselend fietsen we in het Franstalige kanton Vaud en het Duitstalige kanton Freiburg. Het verloop van de taalgens is hier nogal ingewikkeld. Even voor Ins (auf Deutsch) verlaten we fietsroute 5. Vanaf nu zoeken we het verder zelf uit. Op de stadscamping van Erlach slaan we onze tent op aan de Bielersee.



Dag 7: Erlach - Les Breuleux | 48 km, 1742 hm

> Hoogteprofiel
> Routekaartje

Al om even half negen zitten we op de fiets voor onze koninginnerit. Na een korte vlakke aanloop rijden we Le Landeron binnen door de prachtige oude stad. Met de tassen vol proviand beginnen we even later aan de beklimming van de Chasseral . Dat gaat wel even duren, want tot de top moeten we bijna 1200 hm overbruggen. Het eerste deel van de klim bestaat uit 4 km aan 9%. Op dit gedeelte voel ik me voor het eerst deze vakantie niet echt safe met de 80 cm brede fietskar achter me aan: de weg is smal en het is druk met ook best veel vrachtverkeer. En natuurlijk wil je liever niet afremmen tot wandeltempo met je tonnen zware truck. Ik ben dan ook blij als we even voor Lignières de doorgaande weg kunnen verruilen voor een rustiger exemplaar.



Le Chasseral


In Lignières doen we goed ons best een speeltuintje of iets dergelijks te vinden, maar tevergeefs. Dat wordt dus een pauze ergens aan de kant van de weg. Via een alternatieve route vervolgen we de beklimming. Op een verschrikkelijk steil stukje moet ik mijn uiterste best doen de fiets plus kar in beweging te houden. Gelukkig wordt dit even later gecompenseerd door een paar honderd meter vlak. Een paar kilometer voorbij Nods komen we weer op de hoofdweg uit, die hier gelukkig een stuk rustiger is. Met 10% is het wel erg steil. Op de lange rechte stukken tussen de schaarse haarspeldbochten is het afzien. Omdat de weg door het bos loopt, valt er ook weinig te zien. Dat gemis wordt ruimschoots goedgemaakt als we boven de boomgrens komen. Ver beneden ons liggen de drie meren van Neuchâtel, Biel en Murten op de voorgrond. Daarachter de ligt Zwitserse hoogvlakte, in de verte begrensd door de hoogste Alpentoppen. Een fantastisch panorama! Op de Col de Chasseral slaan we rechtsaf, de doodlopende weg naar de top in. Omdat het nu veel minder steil is, kunnen we lekker om ons heen kijken. We fietsen helemaal door tot de grote TV masten op de top waar de weg ophoudt. Na wat foto's keren we om. Bij het hotel even onder de top, houden we een flinke pauze. Genieten! Casper is blij dat hij eindelijk uit de kar mag. De klim duurde eigenlijk te lang voor hem, maar hij heeft zich kranig gehouden. Maar het is duidelijk dat één zo'n lange beklimming genoeg is voor de vakantie.

Mont Crosin


De afdaling naar Saint-Imier wordt onderbroken door een kort maar venijnig klimmetje. Helaas is de afdaling langer dan gepland. Dat betekent immers dat de laatste beklimming van de vakantie, naar Mont Crosin, eveneens langer is dan gedacht. Volgens een bezorgde, wat betweterige wielrenner kunnen we beter 30 km omfietsen, maar dat kost veel te veel tijd en wat stellen 400 hm nou voor in vergelijking met de Chasseral? Het grootste probleem van de Mont Crosin zijn niet de hoogtemeters, maar het drukke verkeer. De avondspits is aan de gang en de weg is niet breed. De beklimming, 5 km aan 8%, kost ons een dik uur, waarin we meer uitlaatgassen binnenkrijgen dan in de hele voorgaande week. Blij dat er geen ongelukken zijn gebeurd, fietsen we over de top. Bijna zonder te trappen rollen we vervolgens verder naar ons startpunt, de camping van Les Breuleux. Na zeven dagen in het zadel zit onze rondrit door de Jura er alweer op.